Tips voor een weekend Sevilla

Een van de leukste steden in Spanje is Sevilla. Waarom? Sevilla bruist, ademt, leeft, huilt, lacht, danst, geniet, eet en drinkt. Het is de stad van flamenco, tapas en Don Juan. Half moors qua bouwstijl, maar ook heel katholiek. De zon schijnt er bijna altijd en biertjes worden er al om 10.oo uur in de ochtend geschonken. Dit zijn mijn Sevilla tips.

Flamengo kijken

Olé! Sevilla ademt flamenco. Van ontroerende gitaarmuziek tot passievolle dans en kleine meisjes in rood met zwart gestippelde jurken. Als je in Sevilla bent, moet je zeker eens een flamenco avond bijwonen. Er zijn meerdere plekken om dat te doen. Ik bezocht Flamencobar La Carbonería, een van de weinige plekken waar je gratis flamenco kunt kijken. Het ligt aan de Calle Levies. Je moet wel even zoeken, maar als je een local vraagt naar de flamenco show, weten ze het je zeker te wijzen.

Ga in de bloesemtijd

Sevilla is in de zomer heet. Te heet. Ik ben er in juni geweest en toen was het al veel te warm voor mij. Ik liep de hele dag met een waaier te wapperen. Eind maart was ik er met mijn moeder en toen was de temperatuur heerlijk. En wat een extra voordeel was: de oranjebloesem bloeide. Die geur!!!! ’s Avonds viel er een klein buitje en daarna rook de hele stad naar bloemen. Ik kon niet ophouden met ruiken en glimlachen. Zo lekker.

 

Alcázar

Een van de mooiste plekken in Sevilla vond ik Alcázar. Dit koninklijke paleis wordt nog steeds gebruikt door de koning en koningin als ze in Sevilla zijn. Tevens is het een toeristische attractie. Het paleis doet heel erg Arabisch aan. En dat is het ook, want het is gebouwd door de Moren. Later is er veel bijgebouwd, waardoor er meerdere stijlen zichtbaar zijn, waaronder Renaissance. Maar door de vele mozaïeken en bogen voelt het toch vooral alsof je in Marokko bent. De tuinen van het paleis zijn minstens zo mooi als het gebouw zelf. Overal water, bloemen, paden, bankjes en palmen. Een prachtige tropische oase. En voor de Game of Thrones fans onder jullie: een aantal scenes is hier opgenomen. (zie deze blog).

 

Tapas eten

Spanje en tapas: een gouden combinatie. In Sevilla vind je tapasbarren te kust en te keur. Hoe je je tapas eet, bepaal je zelf. Staand aan de bar met een biertje, of lekker aan een tafeltje in de zon. De gebruikelijke tijd om tapas te eten is aan het einde van de middag/ begin van de avond, als aperitief voor het eten. Maar wij aten het gewoon lekker als volwaardig diner.

 

Metropol Parasol

Op Plaza de Encarnación vind je een bijzonder houten bouwwerk: Metropol Parasol. Dit multifunctionele bouwwerk doet dienst als markt, uitkijkpunt, museum en concertzaal.het museum is ondergronds, het uitkijkpunt op het dak (waar een wandelpad loopt) en de markt en (soms) concertzaal gelijkvloers. Jurgen Mayer is de architect.

 

Plaza de Espana

Het leukste op Plaza de Espana? Dat is natuurlijk poseren op het bankje met tegeltjes beschilderd in jouw favoriete Spaanse stad. Ga je voor Barcelona, Sevilla of Madrid? Of toch liever Benidorm? Heel toeristisch, maar wel erg leuk. En als je toch de toerist uithangt, huur dan ook meteen een roeibootje of maak een ritje in een paardenkar. Plaza de Espana met haar halfronde Spaanse Paviljoen is gebouwd in 1929 voor de  Spaans-Amerikaanse tentoonstelling.

Maria-Louisa park

Een heerlijke plek om verkoeling te zoeken, te wandelen of te picknicken is Parque Maria Louisa. Met een oppervlakte van 400.000 m2 vind je hier altijd wel een plekje in het gras. Het park is sprookjesachtig van opzet met veel waterpartijen, watervallen, bloemen, tuinhuisjes en mozaïeken bankjes. Helaas heb ik bijna geen foto’s van deze mooie plek omdat we tijdens een relaxmiddag in dit park werden beroofd van camera en portemonnee. Tja, dat gebeurt dus ook in Sevilla… Altijd oppassen dus.

 

Dwalen door Santa Cruz

Barrio de Santa Cruz is een levendige wijk in het centrum van Sevilla. Hier is het heerlijk dwalen door kronkelige straatjes. Laat je verrassen door geuren, kleuren en klanken. Van een spontaan gitaarconcert tot een verscholen tapasrestaurantje. Vergaap je aan de foute toeristenwinkels en luister naar de geluiden van cafébezoekers. Sevilla leeft!

 

Flaneren langs de rivier Guadalquivir

De rivier Guadalquivir vormt de ader van Sevilla. Hij verbindt het centrum met de vroegere zeemanswijk Triana. In deze wijk vind je het minder toeristische en rauwere Sevilla. Erg leuk om eens rond te kijken, al is het alleen maar omdat ook hier veel flamengo bars zijn. ’s Avonds vormt de oever van de rivier een ontmoetingsplek voor jongeren. Verliefde stelletjes nemen plaats op de muur, groepjes vrienden picknicken in het gras en de terrassen langs het water stromen vol. Enorm gezellig.

Shoppen

Tja, ik ben een vrouw. En ik houd van shoppen. Dus ook in Sevilla ben ik losgegaan. De Calle Velázquez en de Calle Tetuán zijn dé winkelstraten van Sevilla. Hier vind je de bekende Spaanse merken, zoals Zara en Mango. Maar eigenlijk vind je verspreid door heel Sevilla wel leuke winkels. Loop gewoon lekker rond en vergaap je aan al het leuks. O, en vergeet niet te kijken naar het mooie reclamebord van de auto’s van Studebaker. Deze werd in 1924 gemaakt van allemaal keramiek tegels. Prachtig!

Op zoek naar een mooi hotel in Sevilla? Kijk hier.