Als je voor het eerst naar Rome gaat.. waar begin je dan? En wat moet je zeker niét overslaan? Rome, een immens en indrukwekkend openluchtmuseum, waar je met recht ‘wow’ zult zeggen op elke straathoek. Danielle Carboni heeft er gewoond en gewerkt, maar komt er ook voor een citytrip graag zoals ze laatst met vriend Jasper heeft gedaan. Hierbij haar tips.

Colosseum en Forum

Een stad verken je toch wel het beste te voet, maar wil je direct overweldigd worden door de Romeinse oudheid, pak dan de metro en stap uit bij halte “Colosseo”. Zodra je het metrostation verlaat, vergaap je je aan dit immense bouwwerk. Het Colosseum is vaak het eerste dat mensen voor zich zien als ze aan Rome denken en spreekt erg tot de verbeelding. Ongelooflijk dat dit vanaf 80 na Christus het middelpunt was van gladiatorengevechten en zelfs zeeslagen. Let op, er is een aparte rij bij de ingang voor vantevoren gereserveerde entreekaarten. Het is een mooi beginpunt om van hieruit naar het noorden te lopen – langs het zogeheten “Forum Romanum” waar ook vele overblijfselen en opgravingen uit de Romeinse Oudheid te vinden zijn. Maar vergeet niet om eerst even iets zuidelijker te lopen, richting “Piazza dei Cavalieri di Malta’’ – hier vind je een ietwat geheime plek die je niet mag missen: ‘het magische sleutelgat’ van de kloostertuin. Tuur hier doorheen en exact recht door het sleutelgat zie je de koepel van ‘Basilica di San Pietro” (Sint Pieter) in Vaticaanstad, de grootste kerk ter wereld.

Pantheon

Een ander zeer indrukwekkend bouwwerk is het “Pantheon”, voor mij wel één van de mooiste bezienswaardigheden. Ons appartement lag om de hoek en het Pantheon heeft iets magisch waardoor we toch steeds weer werden getrokken om er langs te lopen of binnen te gaan. Het bijzondere is dat de koepel (oculus) open is, door een speciaal afwateringssysteem wordt regenwater netjes afgevoerd. Je zult hier iedereen naar boven zien kijken en ook wij gingen niet weg zonder een perfecte foto van de koepel. In het Pantheon vind je graven van een aantal koningen van Italië.

Leuk om te weten! Achter het Pantheon ligt Hotel Minerva– je betaalt een goede prijs voor een drankje op het dakterras, maar dan heb je ook een waanzinnig uitzicht en kun je bijna het Pantheon ín kijken.

Piazza Navona

Ga daarna richting het levendige plein “Piazza Navona”, geliefd onder straatartiesten en kunstenaars. Een mooie plek om ’s avonds te vertoeven en wellicht een hapje te eten, maar er zijn hier diverse toeristische restaurants waar je de hoofdprijs betaalt. Veel leuker is het om een plaatsje te bemachtigen bij Pizzeria Da Baffetto(Via del Governo Vecchio). Je staat hier vrijwel zeker in de rij, maar zelfs de locals doen dit. En niet voor niks! Het personeel is niet het vriendelijkst, je eet van zinken borden en geruite papieren tafelkleedjes – maar de pizza’s zijn overheerlijk!

 

Trastevere

Buiten het centrum, ten zuiden van de Tiber, ligt de wijk “Trastevere” – je merkt meteen dat je in een ander stukje van Rome bent. Terracotta kleurige gevels, een rustige sfeer – het doet als een dorp aan, terwijl het hier ‘s avonds een fijne plek is om uit te gaan en een drankje te doen op één van de vele terrassen. Of doe zoals wij ’s middags deden, haal een pizza al taglioen eet deze op op het plein bij de “Santa Maria in Trastevere” terwijl de zon zo prachting schijnt op de gekleurde gebouwen. Een bezoekje aan deze wijk is zeker de moeite waard. Als je toch de rivier oversteekt, ga dan via het “Isola Tiberina”, een heus eiland middenin de stad. Ben je hier in de zomer dan kun je genieten van het filmfestival in de open lucht. Sowieso zijn er in juli en augustus veel films te zien in Rome. Nadat je overdag de hitte getrotseerd hebt in de stad, kun je in de avond bijkomen op één van de diverse pleinen die zijn opengesteld om films ‘en plein air’ te bewonderen.

Vaticaanstad

Waar je het beste een hele dag voor kan inplannen is Vaticaanstad – het land met het kleinste aantal inwoners van de wereld. Hier is het beroemde Piazza San Pietro te vinden, vanwaar de paus jaarlijks met Kerst en Pasen zijn toespraken houdt. De Sint Pieter (die je eerst door het sleutelgat kon zien), zie je hier van dichtbij. Je kijkt je ogen uit bij en in deze kerk waar de symmetrie behoorlijk klopt. Ga je op de ronde tegel staan tussen de obelisk en de fonteinen, dan zal je de zuilen in 1 rij zien. Wil je de massa toeristen even ontvluchten? Er gaat vanuit Vaticaanstad een pendelbusje naar de “Gianicolo” heuvel, vanwaar je een geweldig uitzicht hebt. Elke dag om 12.00 uur wordt hier een kanonschot afgevuurd. Kom je hier ’s avonds, geniet dan romantisch van de zonsondergang.

Spaanse trappen

Je kunt niet in Rome zijn geweest zonder even op de “Spaanse Trappen” gezeten te hebben, bij het “Piazza di Spagna”. Dus haal een ijsje en ga mensen kijken! Een ijsje waar je op dit plein overigens al gauw een flinke prijs voor betaalt bij één van de gelateria. Daar trapten wij alsnog in, maar dan heb je vanaf de trappen wel een mooi uitzicht en kijk je uit op de Via Condotti– de P.C. Hooftstraat van Rome met de beroemde luxe merkwinkels.

Villa Borghese

Tot slot is het heerlijk je citytrip af te sluiten op een relaxte plek – het park Villa Borghese. Wij waren hier in november en hadden het geluk dat het als voorjaar aanvoelde.  Jas uit, drankje erbij – een perfect moment dus om een passeggiatate maken.

Rome is zo’n stad die naar meer smaakt. Gooi met je rechterhand een munt over je linkerschouder in de “Trevi fontein” en je komt sowieso nog eens terug, als we de legende moeten geloven!

 

Geschreven door gastblogger Danielle Carboni